Skip to main content

Nieuwe tijdelijke regeling moet 200 extra betaalbare Edese woningen opleveren

woensdag 16 juli 2025, 16.19
door Lisa Mooijman
Voor woningbouwprojecten van 10 tot 30 woningen in de gemeente Ede wordt het mogelijk om het hele project in te vullen met betaalbare koopwoningen. Het college van burgemeester en wethouders wil daarmee zo snel mogelijk 200 betaalbare woningen realiseren.
© Lisa Mooijman / XON

Uit het woningbehoefteonderzoek blijkt dat in Ede de druk het hoogst is in de betaalbare woningen. De ‘impuls betaalbaar wonen’ die het college nu voorstelt moet een beetje lucht brengen.

In de gemeente is afgesproken dat 60% van de woningbouwprojecten betaalbaar moet zijn met de helft sociale huur. Het blijkt vooral nodig om de betaalbare koop en ontwikkeling van middenhuur te stimuleren. Daarom wordt het voor woningbouwprojecten van 10 tot 30 woningen tijdelijk mogelijk om het volledige woningbouwprogramma in te vullen met betaalbare koopwoningen. Omdat dit een tijdelijke maatregel betreft gaat het in eerste instantie om 200 woningen in de hele gemeente.

Deze versnellingsmaatregel gaat volgens het college niet ten koste van de sociale huur. Door het woningbouwfonds, dat wordt aangepast, worden niet gerealiseerde huurwoningen ergens anders extra bijgebouwd.

De gemeente heeft al beleid voor specifieke doelgroepen zoals sociale huur, sociale koop en middenhuur en eisen voor duurzam beschikbaarheid voor de doelgroep. Zo mag je woningen niet zomaar uitbreiden, zeker niet als ze daardoor voor sociale koop of huur onbetaalbaar worden.

Starterslening en andere initiatieven

Verder komt op de laatste gemeenteraadsvergadering voor de zomerstop, op 17 juli, ook de starterslening in stemming. In een eerder overleg bleek al dat de raad hier positief over is.

Later komen daar nog andere initiatieven bij. Zo is het idee om een vereveningsregeling Sociale woningbouw in te stellen. Dit is een fonds dat de bouw van sociale huurwoningen moet stimuleren. Zo’n regeling wil zeggen dat als sociale woningbouw niet mogelijk of wenselijk is, de niet gebouwde sociale woningen ergens anders moeten komen met de middelen uit die verevening. Bouwt een projectontwikkelaar minder dan de norm van 30% sociale huurwoningen, dan moet de ontwikkelaar geld storten in dat fonds. Omgekeerd geldt het ook: ontwikkelaars die juist meer dan 30% sociale huurwoningen bouwen in een project krijgen juist middelen uit dat fonds.

Meer over