Dat zegt de Edese D66 in raadsvragen aan het college van burgemeester en wethouders. In Ede zijn er ongeveer 450 ouders die gebruikmaken van leerlingenvervoer. Dat gebeurt omdat hun kind niet zelfstandig naar school kan door ziekte, een beperking of gedragsproblemen. Als de school minstens vier kilometer van huis af ligt kunnen kinderen met dit vervoer naar school.
D66 ontving signalen van ouders dat het vervoer niet altijd even goed gaat. Naast ritten die veel te lang duren gebeurt het ook dat kinderen van vier samen in een busje zitten met jongeren van 15 jaar en daardoor bijvoorbeeld te maken krijgen met grof taalgebruik. Soms komen kinderen door het vervoer te laat op school en missen dus lessen. En soms zijn kinderen al zo overprikkeld door de lange rit dat ze overprikkeld raken. “We hebben ook signalen gekregen dat het in veel gevallen ook echt heel goed gaat”, schrijft de partij in de brief. Maar: “krijgt de gemeente signalen van ouders dat het vervoer niet altijd goed gaat? En welke maatregelen worden genomen om te anticiperen op deze signalen?”
Met het ‘ravijnjaar’ in het vooruitzicht, waarbij gemeenten veel minder geld krijgen van het Rijk, kan het zijn dat er bezuinigingen op komst zijn in het leerlingenvervoer. De partij wil weten hoe dit het vervoer gaat raken, terwijl er tegelijkertijd verbetervoorstellen liggen. De partij wil van het college weten welke extra maatregelen kunnen helpen om het leerlingenvervoer structureel te verbeteren.
D66 vraagt zich ook af of er misschien iets kan gebeuren aan de starttijden van de scholen. Een van de oorzaken van lange ritten en de overvolle parkeerterreinen, ligt ook in het gegeven dat de lessen allemaal rond dezelfde tijd beginnen. Misschien dat een beetje schuiven in de starttijden van de scholen lucht brengt voor het vervoer.
Meer over