Het koersdocument legt de basis voor een brede omgevingsvisie. Daardoor was het er partijen veel aan gelegen om wat zij belangrijk vinden in het plan te krijgen, met veel amendementen en moties tot gevolg. Voorstellen om bijvoorbeeld parkeerplaatsen te clusteren en alleen voorzieningen voor autobezit- en autogebruik te verminderen als er een goed alternatief is (ProVeenendaal en SGP) konden op een flinke meerderheid rekenen.
Volgens de VVD was het document gewoon anti-auto. De partij wilde juist vrije keuze van inwoners voorop zetten. Daarom moeten knelpunten veroorzaakt door nieuwbouw met minder parkeergelegenheid er niet toe leiden dat bestaande wijken en straten parkeerregulering krijgen. Dat heeft alleen tot gevolg dat de parkeerdruk daar nog meer toeneemt.
Veel partijen konden zich wel vinden in een nieuw puntensysteem voor huurwoningen, lokale energieopslag en woningsplitsen. De SGP vond daarbij het begrip rentmeesterschap belangrijk. Dat betekent wat de partij betreft bouwen aan een leefbare stad. De focus moet liggen op leefbaarheid. Daarom deed de SGP een oproep om projecten die al op de rol staan concreet op te nemen in het Koersdocument, zodat ze snel van start kunnen. De partij pleitte om niet alleen te kijken naar duurzaamheid, maar ook ruimte bieden aan de auto. Niet overal in Veenendaal kun je immers makkelijk met het OV.
GroenLinksPvdA vroeg samen met D66 en SGP om biodiversiteit op wijkniveau. De partij sloot aan bij D66 en de SP om bij nieuwe gebiedsontwikkelingen rekening te houden met lokale energieopwekking en opslag.
Lokaal Veenendaal vond vooral de uitvoerbaarheid belangrijk. Houd daarom alles klein, was het credo. Dat vond ook de ChristenUnie, die Veenendaal te klein vindt om alle opgaven en ambities zelf uit te voeren. Duidelijke afspraken en randvoorwaarden moeten de plannen helder en haalbaar houden.
D66 vroeg samen met de SP ook nog aandacht voor splitsing van woningen, waardoor je sneller meer woonruimte krijgt. De SP vroeg zich daarbij af of je parkeerplaatsen in bestaande wijken kunt clusteren waar dat haalbaar is, in samenspraak met de omgeving.
Wethouder Stroobosscher vond dat “een leuk amendement”. Hij benadrukte in zijn antwoord dat het college niet het plan had om autogebruik te verminderen of ontmoedigen, maar wilde een vorm van betaald parkeren invoeren of uitbreiden naar bestaande wijken ook niet uitsluiten.
Uiteindelijk kon het plan op een flinke meerderheid rekenen en dus is er nu een basis voor de komende ‘grote omgevingsvisie’.
Meer over