Het gaat om het meerjarenconvenant van de gemeente met het Stadsmuseum voor 2026 tot en met 2029. “Grotendeels is dat een voortzetting van het oude convenant, en de erkenning die we erin krijgen doet ons goed. De bezoekersaantallen overtreffen de verwachtingen, ondanks de coronajaren.”
De voorzitter had echter felle kritiek op de plannen van de gemeente om vanaf 2028 toch te korten op het budget van het museum. Vanaf dat jaar wordt de subsidie structureel met 10.000 euro verlaagd. “Dat is niet alleen veel geld, maar ook onevenredig veel gezien het beschikbare budget.” Volgens de voorzitter vragen structurele uitgaven ook om structurele inkomsten. De aanvullende inkomsten van de horeca, de Vrienden van het Stadsmuseum en andere inkomsten zijn incidenteel en kunnen de structurele korting dus niet dekken. “Zonder goede basisfinanciering kunnen we geen langjarige plannen maken of een verantwoorde begroting opstellen.”
Veenhof vond het merkwaardig dat de gemeente intussen wel een forse stijging ziet van de toeristenbelasting vanwege het gestegen aantal overnachtingen. “Wij geloven dat het Stadsmuseum als publiekstrekker daar zeker een bijdrage aan levert. “Wij vinden de aangekondigde korting daar zeker niet mee in verhouding staan.”
Wethouder Dick Poortenga die antwoord gaf op het betoog van Veenhof. “Dit is echt een dilemma. We zien nut en noodzaak, maar hebben wel te maken met een grote ombuiging. We hebben de bezuiniging juist wat uitgesteld om de tijd te krijgen naar alternatieven te zoeken.”
De PvdA een veel andere partijen vroegen zich af waarom de gemeente een bedrag aan subsidie aan het museum geeft, en een flink deel van dat bedrag meteen weer terugkrijgt door de huur van het pand, dat van de gemeente is.
Progressief Rhenen wilde van de wethouder weten hoe de voorgenomen korting te rijmen valt met de stijgende populariteit van het museum dat “zekerheid nodig heeft om te kunnen blijven groeien.”
Volgens de wethouder is het ondertekenen van het convenant een intentieverklaring. “We hebben noodgedwongen hiertoe besloten. We hebben de ombuigingen niet in een stuk kunnen doen maar over meerdere fasen moeten uitsmeren. Die tienduizend euro korting per jaar zullen we ergens anders moeten terughalen als we dit niet willen doorvoeren.”
De wethouder voelt de druk om zeker tot een oplossong te komen. “Ik moet er niet aan denken als het gevolg is als het museum zichzelf niet meer kan bedruipen door de korting. Er is gelukkig nog wel tijd tot 2028 om tot een andere oplossing te komen.”
De raad neemt op 11 november een beslissing over het convenant. De financiën komen aan bod bij de behandeling van de begroting.
