Het zijn roerige tijden. Met de verkiezingen pal achter de rug zijn miljoenen zwevende kiezers net geland. Om de day after de verkiezingen op teletekst te lezen wat ze nu weer hebben gestemd. Waar wij ooit in ons nuchtere nederlandje de stemblokken zich zagen verplaatsen als grote slakken in een eeuwig durende slakkenrace, buitelen nu wisselende meerderheden haasje-over over elkaar heen. Een meerderheid is voor de monarchie, maar is ook voor belastingplicht van de koning. De meerderheid is voor een groen, natuurlijk en duurzaam land, maar is ook voor beperking immigratie en meer blauw op straat. Een meerderheid omarmt wereldvrede, maar is ook tegen verhogen ontwikkelingshulp. Een meerderheid wil linksaf slaan maar kiest rechts. Is de mens in het algemeen gespleten of geldt dat voor de homo neerlandicus in het bijzonder? Als er een Hollandse ziekte is dan is die overgezwommen naar Groot Brittannië. Daar stemde de meerderheid voor Brexit, maar daar heeft de meerderheid spijt van. Ze zijn rechts maar ze rijden links.
Hopelijk kan de luisteraar er nog een touw aan vastknopen, maar ik niet. Nu is ons landje ook niet altijd nuchter geweest. Dat is waar. Dus laat ons een poging doen onze volksaard te doorgronden. Ontstaan uit de zeven provinciën in de zestiende eeuw verzeilde het land in oorlog met de Spaanse grootmacht. Die tachtigjarige oorlog forceerde een eenheid die er eigenlijk niet was. In 1672 komt een stukje volksvenijn naar boven als de gebroeders De Witt – door vriend en vijand geprezen om hun integere landsbestuur – op gruwelijke wijze worden vermoord als gevolg van een nepnieuws complot waarbij notabelen en gepeupel een duivelse rol spelen. Als de luisteraar in het Rijksmuseum wil zien hoe dit kunstzinnig is afgebeeld dan adviseer ik er heen te gaan met lege maag.
Gelukkig hebben we in onze volksgenen ook tal van goede voorbeelden van menselijk gedrag. Maar in coronatijd popten er toch weer enkele agressieve en polariserende trekjes op. Hoe moet het dan verder? Deze week kregen we een kus van de vorst. Mijn wangen zijn er nog rood van. Ik moest de eerste vorst van de autoruiten krabben en vier regentonnen snel leeg zien te krijgen om te voorkomen dat de hele boel zou bevriezen. Ik heb een haat liefde verhouding met de vorst. Bij een van mijn eerste serieuze banen werkte ik tijdens een strenge winter buiten. Het was op een houtzagerij in Ruurlo. Het vroor acht graden en de schilders in de hal kregen vorstverlet omdat in hun cao stond dat als het in de hal nul graden werd ze vrij kregen. Maar ik werkte onder een uitzend cao en daar stond niks in over die nul graden ook al werkten wij met rode oren en wangen buiten.
Toch ligt in de haat liefde verhouding met de vorst de oplossing voor hoe we verder moeten. Laat de vorst zijn volk kussen. Betaal belastingen, bevries uw loon, wees nederig. Verhef uw volk en uw volk zal verhoogd worden. Zelfvertrouwen krijgen, de armoede overwinnen, vergroenen, biodiverser worden en maximaal integreren met de hele wereld om ons heen. En het volk zal zingen, wie onze regering ook vormt, wij zijn een en niet kapot te krijgen, want we hebben de vrede herwonnen. Leve onze dienende koning.