Skip to main content

Voorlezen

5 april 2025

Opeens staat hij voor het huis van agent Langdraad. “Zou die al op zijn?” denkt de postbode en hij gluurt tussen de gordijntjes nieuwsgierig naar binnen.

Ik lees kleinzoon voor uit een versleten kinderboekje. Het heet Pietje Puk wordt agent, en stamt uit de jaren vijftig uit de serie Pietje Puk. Geschreven door Henri Arnoldus met tekeningen van Carol Voges. Omdat ik bij kleinzoon al had gemerkt dat hij houdt van Dorus, Kuifje en Pippi Langkous dacht ik: laat ik dit ook eens proberen. De avondprocedure tijdens een logeerpartijtje is toch altijd weer een beetje spannend. Je probeert als grootouders behalve een gezonde portie vitaminen, pedagogie en buitenlucht toe te dienen, zo’n kereltje toch op verantwoorde wijze een beetje uit te putten. Maar als dan het moment suprême daar is, na het tandenpoetsen, po- of toiletgang, dan moet het gebeuren. Dan moet kleinzoon de slaap vatten, liefst toch ruim voor negenen. En daar komt dan het voorlezen te hulp. In dit boekje komen zowel de postbode langs als de agent – functies waarvoor kleinzoon het grootste respect heeft, vooral de laatste getuige zijn grote behoefte aan ‘agent-boef’-spelletjes. Dus vandaar dat ik hoop dat hij het werkje ondanks het scheppingsjaar van 1959 kan waarderen. Inmiddels leidt mevrouw Langdraad Pietje Puk naar het ziekbed van agent Langdraad.

Pietje is eigenlijk nooit erg ziek geweest, maar het zou toch kunnen gebeuren, dat hij ook in bed moest blijven, net als agent Langdraad. “Zie je, dat weet je niet. En mijn man weet ook niet, wie er nu in Keteldorp agent moet zijn, als hij in bed blijft.” “Ha, dat is zo gemakkelijk als ’t maar kan,” lacht Pietje. Ik speel voor agent. Natuurlijk, dat doe ik.”

Tijdens het voorlezen kijk ik uit een ooghoek naar kleinzoon en zie hoe hij leunend op één elleboog geboeid luistert. Ha, goede jeugdliteratuur is tijdloos – spanning, taal en humor. Maar slaperig is hij nog niet, terwijl ik de vermoeidheid van de oppasdag voel in al mijn botten. Bovendien vecht ik dankzij een verkoudheid tegen het snot in mijn keel.

‘Wat is er opa? Ga nou verder!’

Ik denk aan toen – hoe ik net als kleinzoon nu, lag tegen de zij van mijn moeder. Als zij vechtend tegen de slaap met haar prachtige warme stem voorlas uit Donald Duck of Meester Bikkel en zijn 40 kinderen. Mijn drie broertjes en ik waren altijd bevreesd voor dat ene moment waarop zij het boekje zou dichtklappen en ons in zou stoppen.

‘Ach mam, nog één bladzij, nog eentje…?’

Niet alleen de kinderen van toen en nu, maar ook de ouders en grootouders en de juffen en meesters, de oppassers en de ooms en tantes, zijn de auteurs en tekenaars eeuwige dank verschuldigd. Om hun grappige personages, inlevende verhaallijnen, hun plaatjes, hun werelden vol avontuur en verbeelding – Chris van Abkoude, Jan Louwman, Walt Disney, Astrid Lindgren, Annie M.G. Schmidt, Hergé. Hulde, lof en prijze! We kijken naar een schets van Voges: de zieke agent in bed en naast hem Pietje Puk met een zakdoek voor zijn mond tegen de griepvirussen. Ik lees: “Moet ik ’s avonds ook door het dorp?” vraagt Pietje. Hij vindt dat helemaal niet leuk. Agent Langdraad knikt. “Dat hoort erbij,” zegt hij. “Ik ga meestal om een uur of tien. En… vindt burgemeester Bazeman goed, dat jij agent bent?”

Kleinzoon is op zijn zij gaan liggen en Marijke steekt haar duim op. De strijd tussen eeuwig geboeid zijn en de behoefte aan slaap is beslist in het voordeel van de laatste. Vanaf nu neemt Klaas Vaak het over.

Close
XON

GRATIS
BEKIJK