Augustus was volgens het Waterschap een relatief droge maand, met slechts 30 tot 50 millimeter neerslag in het werkgebied van Waterschap Vallei en Veluwe. Dat is ongeveer de helft van wat normaal valt Het neerslagtekort steeg daardoor van 165 millimeter op 31 juli tot 217 millimeter op 31 augustus. De grondwaterstanden zijn begin september in het hel gebied dan ook lager dan normaal. Dit is geen groot probleem, maar zorgt wel voor waakzaamheid.
In gebieden waar water kan worden ingelaten, zijn de peilen intussen wel op normale waarden. Tegelijkertijd neemt de afvoer in beken en sprengen langzaam af. De vraag naar beregening vanuit oppervlaktewater daalt, omdat het groeiseizoen ten einde loopt en gewassen worden geoogst. Maar het onttrekkingsverbod voor oppervlaktewater in gebieden waar geen aanvoer mogelijk is, blijft voorlopig wel van kracht.
Het waterschap houdt daarom ook nog steeds water maximaal vast om de droogte op te kunnen vangen. “Op veel locaties staat het waterpeil op het hoogste niveau en wordt er nauwelijks water afgevoerd. Op enkele plekken wordt extra water ingelaten vanuit de (Neder)Rijn, de IJssel en de Randmeren om het water op het hoogste niveau te houden.”
Watergangen die afhankelijk zijn van regenval hebben het nog steeds moeilijk. De regen die wel viel is tot nu toe onvoldoende om het bekensysteem echt duurzaam aan te vullen. Steeds meer hooggelegen beken, vooral aan de oost- en westkant van de Veluwe, vallen droog. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld de Lunterse beek.
Meer over