Vanwege de groei van de stad is er tot 2040 368 miljoen euro nodig om Wageningen klaar te maken voor de toekomst. Het college stelt de gemeenteraad daarom voor om de voorzieningen in de stad op peil te houden en daarnaast te blijven investeren in een groene, sociale en leefbare stad. De groeiende stad vraagt om een schaalsprong in wonen en werken, vinden burgemeester en wethouders. “We laten ons niet gijzelen door het ravijnjaar”, zegt wethouder financiën, Guido van Vulpen. “We willen vooruit blijven kijken en dus ook de noodzakelijke investeringen voor de stad doen. Dit kan ook, want financieel hebben we de basis op orde. Besparingen waar we eerder op voorbereid wilden zijn, blijken niet nodig. Dat geeft ons ruimte om te blijven investeren in wat inwoners belangrijk vinden én om verder vooruit te kijken. Randvoorwaarde is wel dat we van het Rijk de noodzakelijke middelen krijgen om onze taken uit te voeren. Samen met alle gemeenten gaan we het Rijk ook aan die afspraken houden”.
Investeren en niet bezuinigen
De gemeente investeert in nieuwe woon- en werklocaties en, infrastructuur. Maar tegelijk steekt Wageningen ook geld in een aantrekkelijke, groene en gezonde leefomgeving, duurzaamheid en culturele en maatschappelijke voorzieningen.
De raad bespreekt de kadernota in mei/juni 2025 en stelt de definitieve nota vast op 23 juni. De Kadernota vormt de basis voor de begroting van 2026, het beruchte ravijnjaar waarin alle gemeenten in ons land minder geld krijgen van het Rijk. Hoeveel minder wordt pas duidelijk als alle gegevens over de Voorjaarsnota van het Rijk bekend zijn. De Ministerraad is er al uit maar maakt vrijdag de resultaten pas bekend.
