Korver werd na afloop van de eerste bijeenkomst van de gemeente Rhenen over de uitwerking van de plannen voor stedelijke randzones en het landelijk gebied geïnterviewd. Hij gaf aan het jammer te vinden dat het tijdens de avond alleen ging over het Rhenens deel van het Binnenveld en dat er niet verder gekeken werd.
Ook hekelde hij de meerdere rapporten die er inmiddels door adviesorganisaties verschenen zijn over het Binnenveld: “Als je kijkt naar het gebiedsproces dat in rond 2002 gestart is, dan zijn daar al redelijk wat rapporten over verschenen waarbij al 700.000 tot 800.000 euro aan verspijkerd is aan adviesorganisaties en we moeten voorkomen dat er niet nog een keer een adviesorganisatie overheen gaat.”
Maar Korver deed vooral een oproep aan de vier gemeenten (Rhenen, Ede, Veenendaal en Wageningen) die ieder over een deel van het Binnenveld gaan om meer samen te werken: “Alle vier de gemeenten hebben invloed op het Binnenveld en hebben een visie of zijn een visie aan het ontwikkelen over het gebied, maar ik denk dat de grote uitdaging voor deze vier gemeenten is om samen met de gebiedspartijen werkelijk één visie neer te leggen. Het is 2600 hectare landbouwgrond en 540 hectare natuur. Dat is ten opzichte van Nederland een postzegel, dus we kunnen dit niet verdelen in vier kleine postzegels van elke gemeente. We moeten dit echt met elkaar doen, gebiedspartijen en overheden. Ik ga niet over hun agenda, maar ik ga ervan uit dat de vier wethouders die over het landelijk gebied gaan zo nu en dan wel eens een keer om de tafel zitten. Ik zou ze aan willen moedigen om dat echt frequenter te doen, want we hebben één gebied en we hebben één opdracht en dat is om landbouw en natuur in harmonie naar de transitie te leiden.”
Meer over