Dat constateert de Edese Rekenkamer in een onderzoek naar de werking van het minimabeleid van de gemeente. De gemeente weet volgens de Rekenkamer vaak niet goed welke mensen in aanmerking komen voor inkomenshulp. Vooral mensen die niet afhankelijk zijn van een uitkering, maar wel weinig verdienen, zijn vaak lastig te bereiken en weten vaak zelf niet dat ze in aanmerking komen. Een deel van deze mensen zoekt zelfs helemaal geen hulp, omdat ze in het algemeen weinig vertrouwen hebben in de overheid. En doordat de gemeente niet goed weet wie ze niet bereikt, is het lastig het gebruik van de regelingen voor minima te verhogen.
Ook het aanvragen zelf is soms lastig, omdat de procedures te ingewikkeld zijn. De regelingen op zich voldoen wel aan de behoefte, maar bereiken dus niet iedereen. Betere samenwerking met maatschappelijke partners kan volgens het Rekenkamerrapport helpen. Deze organisaties voelen zich nu niet goed betrokken bij het verbeteren van het beleid, hoewel er wel gesprekken zijn.
Meer maatwerk nodig
Er is meer maatwerk nodig om armoede op te lossen, maar de capaciteit ontbreekt. Vroegtijdige hulp is intussen het beste, voor er grotere problemen ontstaan. Het helpt als inwoners één vast aanspreekpunt en persoonlijke begeleiding krijgen. De gemeente heeft daar nu te weinig mensen en geld voor, maar je kunt volgens het rapport wel degelijk iets doen om dit te verbeteren.
Zo bereiken programma’s als “Achter de voordeur” nog niet veel mensen omdat consulenten veel tijd moeten steken in beoordeling van aanvragen. In het rapport doet de Rekenkamer de aanbeveling dat de gemeente dit soort basisregelingen zonder (nieuwe) aanvraag zou moeten toekennen aan mensen waarvan ze nu al weten dat voor regelingen in aanmerking komen. Steeds zelf moeten aanvragen hoeft dan niet meer. En tegelijkertijd krijgen medewerkers meer tijd voor een persoonlijke aanpak van moeilijkere gevallen. Verder zouden medewerkers de ruimte moeten krijgen om mensen van wie ze weten dat ze in aanmerking komen zelf te benaderen.
De raad kan volgens de Rekenkamer het college verder opdracht geven om helderder doelen te formuleren en om vervolgens verslag uit te brengen met relevante cijfers. Dat zou een beter inzicht geven in de precieze cijfers en daardoor kan het beleid ook weer scherper worden en meer mensen bereiken.
Nu het rapport er ligt, krijgt de Edese raad volgende week eerst meer informatie. Een besluit met aangescherpt beleid volgt later dit jaar.
