In een paar uur tijd veranderde ‘Frank’ het leven van vijf mensen ingrijpend
Ze waren met z’n vieren binnen: drie medewerkers – allen nog geen 20 jaar – en één van de eigenaren van Petticoat. Nu zijn ze met z’n vijven, maar die numerieke meerderheid is in dit geval weinig waard. De man die binnen is komen lopen heeft namelijk geen goede intenties. Hij kijkt verdwaasd uit zijn ogen en haalt twee messen uit zijn broek. Hij zegt dat hij Frank heet, explosieven in zijn rugzak heeft en dat ze goed naar hem moeten luisteren.
Schreeuw om hulp
Wat volgt is een zenuwslopende ochtend. ‘Frank’ houdt de vier mensen in het café uren gegijzeld. In die uren spreekt hij met de politie en onderhandelaar Joost en eist hij een geldbedrag om de vier gijzelaars te laten gaan. De vier die binnen zitten en zijn orders moeten opvolgen weten niet of dit hun laatste uren worden. Buiten zwelt het aantal cameraploegen, verslaggevers en nieuwsgierige Edenaren aan. De gijzeling wordt vrijwel direct wereldnieuws.
Pas een paar uur later, wanneer iedereen iedereen veilig buiten staat en zwaarbewapende agenten ‘Frank’ hebben meegenomen, wordt stukje bij beetje duidelijk wat hier aan de hand is geweest. De gijzelnemer heet eigenlijk Corné H. en kampt met psychische problemen. Hij woont in een beschermd wonen-omgeving in Ede en heeft café Petticoat die nacht willekeurig uitgekozen, zonder vastomlijnd plan, zonder explosieven in zijn tas en zonder het doel dood en verderf te zaaien. Het is eigenlijk een schreeuw om hulp, maar wel een met verstrekkende gevolgen voor anderen.
Niet meer dezelfde persoon
Want dat vijf levens ingrijpend veranderd zijn, staat vast. De drie medewerkers van café Petticoat en de beide eigenaren zijn niet meer dezelfde personen als vroeger. Tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak, eerder deze maand, komt goed naar voren welke doodsangsten de vier gegijzelden die zaterdagochtend uitstonden. “Ik was nooit bang, maar nu schrik ik van elk geluid”, leest één van hen voor in een verklaring. Een pet, rugzak of bepaald gedrag kan bij haar leiden tot een paniekaanval. “Mijn nachten waren kalm, maar nu altijd onrustig. Ik hield van mijn werk, maar voel mij er nu niet meer op mijn gemak. Er is PTSS bij mij vastgesteld, waarvoor ik behandeld word tijdens EMDR-therapie.”
Haar collega is ook nog steeds ontdaan. “Ik ben niet dezelfde persoon meer. Ik ben bang voor vreemde mannen die zich afwezig gedragen. Ik ben continu op mijn hoede en extreem alert. Alles in mij wil vluchten, hoewel er niks aan de hand is. Mijn vertrouwen in de mensheid is beschadigd”, zegt ze emotioneel.
Een politieman kwam naar me toe en zei: ‘Dit is echt nog niet afgelopen.’
Burgemeester René Verhulst
Eén van de eigenaren van Petticoat was al naar huis en zag op zijn telefoon live wat zich in zijn zaak afspeelde: hoe zijn compagnon en hun drie medewerkers op de knieën zaten en een hem onbekende man in hun midden was. Maanden na het incident slaapt ook hij nog steeds slecht en houden de ellendige gebeurtenissen van 30 maart hem nog bezig. Hij is doorverwezen naar een psycholoog voor EMDR-therapie.
Alle betrokkenen kiezen er, negen maanden na dato, uit zelfbescherming voor niet nog eens terug te gaan naar 30 maart. Burgemeester René Verhulst, in wiens gemeente het allemaal gebeurde, wil wel terugblikken. Hij weet nog goed hoe de vreemde dag begon en eindigde.
Geen hardlooprondje
Hij wil die bewuste zaterdagochtend vroeg beginnen aan een hardlooprondje. Rond 6.15 uur krijgt hij echter al telefoon en wordt hij op de hoogte gebracht van de gijzeling die gaande is in Petticoat. “Ik woon in het centrum en had me er al over verbaasd dat er zo vroeg auto’s hard door de buurt reden”, blikt hij terug. “Achteraf bleek dat de Dienst Speciale Interventies te zijn.”
“Ik dacht dat de telefoon misschien snel weer zou gaan, met het bericht dat de gijzeling voorbij was, maar dat telefoontje kwam niet. Toen ben ik er maar naartoe gelopen. Ik zag direct rood-wit lint en veel auto’s. Een politieman kwam naar me toe en zei: dit is echt nog niet afgelopen. Toen hebben we iedereen op de hoogte gebracht. En intussen ben je in je gedachten bij diegenen die gegijzeld worden. Hun ouders waren inmiddels naar het politiebureau gekomen. Op zo’n moment denk je alleen maar: laat het alsjeblieft goed aflopen, laten er geen slachtoffers vallen.”
Een handboek voor hoe om te gaan met een gijzeling had Verhulst niet. Scenario’s zijn er wel en daar had de burgemeester van Ede wel eens op geoefend. “Maar hoe je het ondergaat en beleeft, daar bestaat geen draaiboek voor.”
Handelen naar de situatie
Dus handelde Verhulst, in overleg met politie en justitie, zo goed mogelijk naar de situatie. “We konden in het gemeentehuis een plek creëren voor de mensen die hun huis tijdelijk moesten verlaten. Intussen kwamen de beelden binnen van scherpschutters en speciale voertuigen. Het was live op televisie. Heel onwezenlijk om te zien dat zoiets in je eigen gemeente gebeurt. De tijd ging voor mijn gevoel heel snel. De slachtoffers hadden natuurlijk het gevoel dat het uren en uren duurde – en het duurde ook een aantal uur -, maar in mijn beleving duurde het juist allemaal kort.”
Toen Verhulst informatie ontving dat de gijzelnemer een man met psychische problemen was, en de vader van Corné H. zich op het Museumplein bij de politie had gemeld, kon het motief van een terroristische dreiging van tafel. Gerustgesteld was Verhulst echter nog niet. “Ik dacht: hij zal toch niet ineens met ze naar buiten lopen, met alle gevolgen van dien? Je blijft bang dat er iets vreselijks zal gebeuren. Gelukkig liep het uiteindelijk goed af.”
Nog dezelfde dag sprak de burgemeester van Ede met één van de eigenaren van café Petticoat en met andere uitbaters op het Museumplein. In de week na de gijzeling ontmoette hij de vader en broer van de gijzelnemer en sprak hij de jonge gijzelaars. Ze waren blij dat ze hun verhaal konden doen, merkte Verhulst. “Ze vertelden hoe het gegaan was en hoeveel last ze ervan hadden. Ze waren gewoon aan het werk en maakten ineens dit mee. Je merkt dan echt hoeveel schade één persoon kan aanrichten. Dat leed voelde ik. En ze hadden op dat moment bescherming nodig, want alle media wilden met ze in gesprek.”
De aandacht voor de gijzeling was overweldigend. Verhulst was te zien op Franse, Duitse en Amerikaanse televisiezenders en iedereen had het plotseling over ‘zijn’ Ede. “Je ondergaat het op dat moment, maar ik hoop het nooit meer mee te maken. Ik denk er nog met regelmaat aan. We zijn negen maanden verder, maar het is voor de slachtoffers nooit verdwenen. En het enge is: je kunt je er niet tegen wapenen. Het zou morgen zo weer kunnen gebeuren. Dat vind ik moeilijk en daar ben ik nog wel eens mee bezig.”
‘Binnen 20 seconden werd de pers gebeld’
Verhulst probeert in bestuurlijke zin een les te leren uit de angstige uren van die 30ste maart. Om het eigen handelen te beoordelen en om anderen, zover mogelijk, te helpen iets over te houden aan de casus. Hij illustreert: “Tijdens de gijzeling zat een aantal mensen uit de ontruimde woningen in het gemeentehuis. Ik realiseerde me toen niet dat die mensen nog niet wisten wat er precies aan de hand was.”
“Eén van hen vroeg me: wat is er eigenlijk gaande? Ik legde uit dat er sprake was van een gijzeling. Binnen 20 seconden belde die persoon de pers om aan te geven dat er een gijzeling was in Ede. Nu wilden wij rond datzelfde moment toch al naar buiten brengen dat er een gijzeling gaande was, maar achteraf dacht ik toch: ik had op dat moment mijn mond moeten houden.”
“Ik heb voor mezelf het één en ander opgeschreven en uitgewerkt en word wel eens gevraagd om aan collega’s en anderen uit te leggen wat er gebeurd is, en hoe we gehandeld hebben. Dan zie ik de stappen die we destijds hebben gezet, samen met de politie en justitie, en realiseer ik me dat namens de gemeente hier ook veertig à vijftig man bij betrokken zijn geweest. De mensen van veiligheid, toezicht, communicatie, geo-informatie: iedereen is ermee bezig geweest.”
‘Hij had dit niet moeten doen’
Terugblikkend zegt Verhulst dat het best lastig was dat de gijzelnemer, die vorige week werd veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en tbs, ook een inwoner van Ede was. “Ik vond het verhaal dat zijn vader en broer vertelden heel openhartig en vond het fijn dat ik dat hoorde. En ja, hij heeft natuurlijk hulp nodig.”
“Maar”, benadrukt de burgemeester, “hij heeft het wel gedáán. Ik hoop dat hij zelf ook tot het besef komt dat hij dit nooit had moeten doen. En nooit meer zal doen. Het is niet zo dat ik diep medelijden met hem heb, want hij heeft dit wel aangericht. Zijn situatie is erg voor hem, maar hij had dit niet moeten doen.”
Met de jaarwisseling op handen slaat Ede de bladzijde om. De gijzeling in Petticoat wordt voor de inwoners straks iets van vorig jaar, zover het überhaupt nog bij hen leeft. De vier gijzelaars houden echter een litteken over aan het incident, weet Verhulst. “Ik hoop dat ze erover blijven praten. Gelukkig hebben ze daarin elkaar. En ik denk dat je moet respecteren dat ze zelf zeggen: laat ons gewoon ons werk doen en begin er niet iedere keer over. Ik denk dat je ze daar het meeste mee helpt en dat het dan, langzaam, zal slijten.”
Meer over