Op dit moment heeft De Prinsenakker in Bennekom te maken met ruimtegebrek. De school maakt daarom gebruik van twee lokalen in het naastgelegen gebouw, waar vroeger de Julianaschool huisde. De school deelt dit gebouw met de Wilhelminaschool.
Volgend schooljaar, als De Plataan gaat verbouwen komen de leerlingen van die school ook naar dit gebouw. Drie scholen in een gebouw, waarbij zelfs de lerarenkamer en de gymzaal als lesruimte moeten dienen. Dat betekent dat leraren hun werk moeten doen zonder een eigen werkplek en dat kinderen gymles moeten missen omdat de ruimte als klaslokaal dient. Onwenselijk, vindt GemeenteBelangen. Op zich is het gemeentelijke huisvestingsplan, waarin staat dat er, voordat de gemeente tot nieuwbouw overgaat, eerst leegstaande gebouwen worden gebruikt wat de partij betreft geen slechte zaak, omdat zo slim en duurzaam wordt omgegaan met de beschikbare ruimte en middelen.
Verspreide schoolgebouwen legt extra druk op leerlingen en team
Toch, en zeker in dit geval, zijn deze oplossingen volgens de partij niet altijd de meest wenselijke. “Wanneer scholen verspreid zijn over meerdere gebouwen, legt dat een extra druk op het team en daarmee op de kwaliteit van het onderwijs. Leerkrachten verliezen kostbare tijd aan het heen en weer lopen tussen locaties, leerlingen missen een vaste plek waar zij zich veilig en vertrouwd kunnen voelen en ouders krijgen te maken met onduidelijkheid en extra logistieke uitdagingen. Bovendien zijn leegstaande gebouwen vaak verouderd en daardoor minder geschikt om kinderen goed onderwijs te bieden.”
GemeenteBelangen wil van het college weten of het college al actie heeft ondernomen om de ontstane situatie (deels) te voorkomen. Verder wil de partij weten welke ruimtes het college meerekent als onderwijsruimte, die dus als geschikt worden gezien.
De partij ziet in elk geval het liefst dat de gemeente naar een betere oplossing gaat zoeken.
