Een agrarisch ondernemer geeft ieder jaar aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland door hoeveel dieren er op het bedrijf aanwezig zijn. Als op basis van die gegevens blijkt dat een ondernemer al drie jaar geen vee houdt, start de gemeente de procedure om de milieuvergunning in te trekken. Omgevingsdienst de Vallei controleert altijd eerst de feitelijke situatie op de veehouderij. Boeren die tijdelijk minder vee houden blijven dus buiten schot.
Met de feitelijk gestopte veehouderijen gaat de gemeente tegelijkertijd in gesprek over wijziging van hun omgevingsplan. De bestemming kan dan bijvoorbeeld gaan van agrarisch naar wonen, soms in combinatie met kleinschalige bedrijvigheid. De gemeente is met de provincie in gesprek over het gelijktijdig intrekken van natuurvergunningen.
Wethouder Jan Pieter van der Schans: “Met het intrekken van ongebruikte vergunningen brengen we onze administratie op orde. We krijgen zo beter zicht op de feitelijke milieubelastende activiteiten die plaatsvinden in onze gemeente en er ontstaat er naar verwachting ook weer meer ruimte voor andere activiteiten.”
Meer over