De resultaten werden eerder deze maand gepresenteerd in het onderzoek ‘Vertical farming als verdienmodel voor agrarisch ondernemend Regio Foodvalley’. De onderzoekers van het lectoraat Dienstbaar Organiseren van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) vonden gewassen die geteeld kunnen worden voor voeding, cosmetica en farmacie.
Naast de gewassen zelf kwam tijdens de presentatie van het onderzoek ook het verdienmodel aan de orde. Biedt dit voldoende perspectief om de vrijkomende agrarische bebouwing te gebruiken voor opschaling? De aanwezigen waren het al snel eens: niet de technische mogelijkheden, maar de beperkte huidige vraag naar vertical farming-gewassen is het probleem. Ondernemer Jaco Kuiper van Milligreens legt uit: “Vertical farming is nog best duur, mede doordat ons voedsel in Nederland verhoudingsgewijs nog altijd goedkoop is. Bovendien hebben we hier een ideaal klimaat voor kassenteelt. Daarom hebben we gekeken naar high end afnemers in de voeding, farmacie en cosmetica.”
Ook weerbarstigheden bij de overheid, zoals Europese staatssteunregels, is een te nemen hobbel. Een ondernemer die wil investeren in vertical farming kan vaak niet op financiële ondersteuning rekenen, omdat die steun concurrentievervalsing zou betekenen voor andere bedrijven (in andere landen). In Nederland hebben we ook nog te maken met de verplichting voor stoppende boeren die meedoen in de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties om hun stallen en schuren te slopen, waardoor het aantal geschikte vertical farming-locaties vermindert.
Kortom, de ontwikkelkansen voor vertical farming in Regio Foodvalley zijn er, maar staan nog in de kinderschoenen. Dat brengt dit onderzoek helder in beeld.
