Dat rasteren rond de jonge loofbomen als linde, haagbeuk, boswilg en esdoorn moet zorgen dat de reeën de jonge boompjes niet kunnen afgrazen. Eén raster kruist zelfs een pad. De groep plaatste daar twee klaphekken zodat wandelaars er toch door kunnen.
Dat ‘afgrazen’ van jonge bomen kan zo erg zijn, dat alles afsterft. Het raster is daarom zo hoog gemaakt dat het al het wild tegenhoudt. Wel kunnen kleine dieren zoals hazen of dassen ongestoord door het gebied gaan.
Het raster staat daar tijdelijk. Zodra de bomen hoog en groot genoeg zijn verdwijnt het raster weer. Wel kan dat nog jaren duren. Volgens de boswerkgroep worden komende winter weer boompjes in het buurtbos geplant. Daar omheen komen dan eerst tijdelijke boomkokers om het afgrazen van boomtoppen tegen te gaan.
De diversere aanplant is nodig om te zorgen dat het bos beter bestand wordt tegen verzuring en verdroging. De nieuw geplante boomsoorten hebben beter verteerbaar strooisel op de grond en dragen daardoor bij aan de calciumkringloop. De nieuwe bomen kunnen ook het vocht in de bodem beter vasthouden en zijn minder vatbaar voor brand dan naaldbomen.
