Dat deed ze door vrijdag in de derde heat de vijfde tijd neer te zetten en in de laatste run een gedeelde vierde tijd. Donderdag begon ze het WK uitstekend, toen ze de snelste was in de eerste afdaling. Problemen met haar helm zorgden echter voor een teleurstellende tweede heat, waarin ze als 21e eindigde. Vrijdag kwam ze qua tijd nog heel dichtbij de medailles.
Dat ze wel startte ondanks de problemen met haar helm en het bijna missen van de starttijd, was iets waar Kimberley blij mee was. “Anders waren alle mensen die kwamen kijken, hier voor niets geweest en dat zou ontzettend zonde zijn geweest. “Ik heb ze kunnen laten zien dat ik echt een goede atleet ben en er gewoon bij hoor, maar door die tweede run heb ik hier net niet mee kunnen doen om de medailles.”
Verschil teruggebracht
Op de afsluitende dag wilde Kimberley er nog alles aan doen om er een goed resultaat uit te slepen. “Mijn doel was om vandaag twee heel snelle runs neer te zetten. Ben ik twee-tiende van een seconde sneller, dan sta ik vier plekken hoger. Het staat echt heel dichtbij elkaar. Het verschil dat groot was heb ik teruggebracht tot bijna niets, maar het was net niet genoeg om nog op te schuiven in de laatste heat.”