De straat waar het centrum en de appartementen komen heet : Zuster van Lonkhuijzenhof. En dat heeft een goede reden.
De naam verwijst namelijk naar de tweede wijkverpleegster van Rhenen, zuster Christina van Lonkhuijzen die vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw Rhenenaren het idee van hygiëne bijbrengt om ziekten te voorkomen. Hard nodig destijds, want veel Rhenenaren woonden destijd met grote gezinnen in armoedige omstandigheden in piepkleine huisjes. Vaak was er niet het geringste besef van hygiëne, met alle gevolgen van dien.
Vanaf de jaren ‘20 tot 1946 neemt zij een groot deel van de preventieve zorg voor de volksgezondheid op zich. Zij is wijkzuster en doktersassistente en doet de kindzorg, bijgestaan door de vroedvrouw zuster De Kat. Samen met onder andere de Rhenense huisarts dokter Waller en Bep Smit is zij medeoprichter van de afdeling Rhenen van het Rode Kruis. Dat gebeurt op 20 juni 1933.
Ook is van Lonkhuijzen als verpleegkundige actief in het Rusthuis. Als iedereen in 1944 geëvacueerd is, heeft zij het rusthuis in gebruik om er onder andere tyfuspatiënten op te nemen. Zo waakt zij tijdens de oorlog samen met dokter Waller en later met dokter Van Kerkwijk over het wel en wee van de burgers van Rhenen.
In het nieuwe gezondheidscentrum, in de straat die de naam van deze vermaarde wijkzuster draagt, komen straks verschillende zorgpraktijken onder één dak. De bouw ervan gaat in twee fases. Eerst bouwt de aannemer de helft van de parkeerkelder, het gezondheidscentrum (GZC) en twee woontorens op het lege terrein. Als dit klaar is, verhuizen de zorgpraktijken naar de nieuwbouw. Daarna wordt het oude gebouw gesloopt en volgt de bouw van de tweede helft van het GZC en de derde woontoren.
Meer over