Dat zijn vragen die het Edese CDA aan het college van burgemeester en wethouders stelt. De partij maakt zich naar aanleiding van de instorting van de Wilhelminatoren zorgen over de staat van monumenten in de gemeente Ede. “In een fatsoenlijke en verantwoordelijke samenleving is het belangrijk om de Edese geschiedenis, tradities en cultuur te bewaren en door te geven, juist ook voor de toekomstige generaties”, stelt de fractie. “Monumenten zijn ook in Ede vaak in eigendom van particulieren of bedrijven, die daarbij een instandhoudingsverplichting hebben. Dat maakt zowel de financiering als het toezicht op de instandhouding lastig.”
De burgemeester van Valkenburg riep naar aanleiding van de instorting van de toren op tot meer aandacht voor de staat van (rijks)monumenten. Uit onderzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bleek vorig jaar bovendien dat het nog niet goed gesteld is met de kwaliteit van rijksmonumenten. Van de rijksmonumenten die geen woonfunctie hebben, verkeert 14,6% in matige of slechte staat.
De fractie vraagt zich dan ook af in hoeverre het college inzicht heeft in welke rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zich in matige of slechte staat bevinden en om welke monumenten het gaat. En welke inzet eventueel nodig is om de kwaliteit alsnog te verbeteren.
De partij wil ook weten hoe de samenwerking met de Rijksoverheid, de provincie Gelderland en de gemeente is in de verantwoordelijkheid voor de bescherming van monumenten en wat de eventuele knelpunten en uitdagingen zijn.
De partij wil op tijd de zaken op een rijtje hebben, zodat een ‘Valkenburg in Ede’ wordt voorkomen.
